Over professionele oordeelsvorming kun je veel lezen. Maar het is vooral een kwestie van oefenen en al doende leren, samen met collega's. Dat kan onder andere met deze oefening naar aanleiding van de documentaire 'Ons moederland'. In de documentaire biedt regisseur Shamira Raphaëla een inkijk in het (gezins)leven van Constant Kusters, voorman van de rechts-extremistische Nederlandse Volks-Unie (NVU).
Doel van de oefening
Professionele oordeelsvorming is gebaat bij structurele reflectie op je eigen rol, maar ook op wie je bent als mens. Je kunt deze oefening beschouwen als 'oefenen op het droge', zonder dat je relatie met een jongere of gezin op het spel staat. Bij het kijken van deze documentaire word je uitgenodigd om stil te staan bij wat je zelf ziet en ervaart. Met deze oefening maak je eventuele vragen, zorgen en gevoelens expliciet. Je kunt ze delen met collega's en bespreken wat dit betekent voor jou, je professionele rol en je verantwoordelijkheid. Die reflectie en dat gesprek helpen je om je (nog meer) bewust te worden van de invloed van jouw waarneming, kennis, vragen en gevoelens op je professionele oordeel. Net zoals dat in de praktijk gebeurt.
Hoe doe je deze oefening
Je kunt deze oefening op twee manieren doen:
- Je kijkt de hele documentaire, alleen of met collega's, en reflecteert daarna op wat je hebt gezien en hoe je dit hebt ervaren aan de hand van een serie vragen. Aan het einde van de oefening geven wij een aantal tips en aandachtspunten mee die je kunt toepassen in je werk.
- Je kijkt samen met collega's de vier losse scènes uit de documentaire. Na iedere scène bespreek je met elkaar wat je hebt gezien en hoe je dit hebt ervaren, aan de hand van specifieke vragen per scène. Na de laatste scène vervolg je jullie gesprek aan de hand van meer algemene vragen. Aan het einde van de oefening geven wij een aantal tips en aandachtspunten mee die je kunt toepassen in je werk.
Ga je de oefening samen met anderen doen? Zorg dan voor een veilige omgeving waarin je met elkaar een open gesprek kunt voeren.
1. Volledige documentaire
Bekijk de documentaire op de website van 2Doc. De documentaire duurt 73 minuten.
Na het zien van de documentaire: gebruik onderstaande vragen om na te denken wat je hebt gezien, en wat dit met je doet, als mens en als professional. Als je de documentaire met anderen hebt bekeken, ga hierover dan met elkaar in gesprek.
- Wat is jouw overheersende emotie bij het kijken van deze documentaire? Wat kun je doen om die emotie te verdragen of er uiting aan te geven?
- In deze documentaire volg je vooral het gezin. Zijn er situaties waarin professionals contact (kunnen) hebben met het gezin (bijvoorbeeld op school, in de wijk, in het ziekenhuis)? Welke situaties zijn dat?
- Wat mag je als professional vinden van (extreme) ideologische en politieke opvattingen van een cliënt?
- Is er volgens jou een probleem in deze gezinssituatie? Zo ja, wat is het probleem en voor wie?
- Welke risico's voor de lange termijn zie je in dit gezin?
- Welke positieve elementen (beschermende factoren) kun je benoemen? (zie voor meer informatie de publicatie 'Veerkracht bevorderen bij opgroeiende jongeren')
- Welke gesprekstechnieken zijn volgens jou helpend in een veilig contact met de kinderen en/of ouders?
- Herken je in deze documentaire situaties of dilemma's uit je eigen praktijk? Zo ja, welke?
- Wat leer je hiervan voor jouw eigen professionele oordeelsvorming?
2. Vier losse scènes

Scène 1: op straat (12:10-13:30)
1. Wat zegt de vader over vluchtelingen en mensen met een migratieachtergrond?
2. Wat doet het kind?
3. Wat wil de vader beschermen?
Scène 2: aan tafel (14:05-16:03)
1. Wat vertelt de dochter aan tafel?
2. Wat zegt de vader hierover?
3. Wat zie je aan het meisje?
Scène 3: dochter wordt gepest (31:00-33:10)
1. Wat is er gebeurd met de dochter?
2. Wat zegt haar vader als hij haar ophaalt?
3. Welke emoties zie je bij de dochter?
4. Wat zegt de moeder tegen haar dochter?
5. Wat zegt de vader tegen zijn dochter?
6. Welke emoties voel je bij het zien van deze scène?
Scène 4: Koningsdag (41:15-43:50)
1. Wat probeert de dochter haar vader te laten doen?
2. Hoe reageert de vader?
3. Welke gevoelens wekt deze scene bij je op?
Algemene vragen
- Wat mag je als professional vinden van (extreme) ideologische en politieke opvattingen van een cliënt?
- Is er volgens jou een probleem in deze gezinssituatie? Zo ja, wat is het probleem en voor wie?
- Welke risico's zie je in dit gezin?
- Welke positieve elementen (beschermende factoren) kun je benoemen? (zie voor meer informatie de publicatie 'Veerkracht bevorderen bij opgroeiende jongeren')
- In welke situaties hebben professionals contact met dit gezin? (bijvoorbeeld op school, in de wijk, in het ziekenhuis)
- Wat is jouw overheersende emotie bij het kijken van deze scènes? Wat kun je doen om die emotie te verdragen of er uiting aan te geven?
- Welke gesprekstechnieken zijn volgens jou helpend in een veilig contact met de kinderen en/of ouders?
- Herken je in deze scènes situaties of dilemma's uit je eigen praktijk?
- Wat leer je hiervan voor jouw eigen professionele oordeelsvorming?
Tips & aandachtspunten
Als (jeugd)professional kun je een gezinssituatie tegenkomen waarbij je een onderbuikgevoel ervaart. Je ziet geen fysiek geweld of verwaarlozing, maar misschien wel (subtiele) vormen van emotioneel en psychisch geweld. Of je maakt je zorgen over uitgestelde schade, zoals (vroegkinderlijk) trauma. Misschien heb je geen formeel mandaat om iets te doen, maar doet de situatie wel iets met jou, als mens en als professional.
In zo'n situatie is het goed om bij een aantal zaken stil te staan:
- jouw persoonlijke overtuigingen en waarden
- jouw professionele rol en positie
- jouw professionele oordeelsvorming
- wat jij voor een kind (en ouders) kunt doen
- jouw juridische kaders

Persoonlijke overtuigingen en waarden
- Wees je bewust van je eigen waarden en normen, en stel jezelf bijvoorbeeld de volgende vragen:
- Hoe kijk ik naar de wereld?
- Welke waarden zijn voor mij belangrijk en welke rol spelen tradities, levensbeschouwing of religie in mijn leven?
- Hoe kom ik dit tegen in mijn werk, en hoe ga ik daarmee om?
- Welke invloed hebben mijn waarden en normen op anderen?
- Ben ik daar tevreden mee, of wil ik daarin iets veranderen?
- Onderzoek je eigen leven en stel jezelf bijvoorbeeld de volgende vragen:
- Heb ik zelf in mijn leven iets meegemaakt dat raakt aan mijn werk? Denk bijvoorbeeld aan discriminatie, ontworteling door migratie, identiteitsvragen, (extreme) idealen of manipulatie.
- Heeft dat invloed op mijn werk en zo ja, op welke manier?
- Ben ik daar tevreden mee, of wil ik daarin iets veranderen?
- Formuleer je drijfveren en stel jezelf bijvoorbeeld de volgende vragen:
- Waarom doe ik het werk dat ik doe?
- Wat drijft mij daarin en wat wil ik bijdragen? Bijvoorbeeld aan de wereld, de groei van jongeren, een prettige wijk, een veilige klas of ouders die zelf de regie (weer) hebben over de opvoeding van hun kinderen.
- Vraag jezelf af wat jij nodig hebt om je werk goed, veilig en met plezier te doen, en stel jezelf bijvoorbeeld de volgende vragen:
- Wat heb ik nodig om mijn werk te kunnen doen?
- Waar put ik kracht uit of heb ik plezier van?
- Op welke mensen kan ik leunen en wie kan ik vertrouwen?
- Met wie kan ik delen wat me bezighoudt?
Professionele rol en positie
- Wees je bewust van de professionele context waarin je een vergelijkbare gezinssituatie als in de documentaire meemaakt. Jouw rol of positie, vanuit waar je bijvoorbeeld toeschouwer of betrokkene bent, maakt uit voor de manier waarop je kunt, mag en moet handelen.
- Creëer duidelijkheid over je rol als professional:
- Ben je opgeleid om eventueel iets met de situatie te doen?
- Heb je een formele rol of verantwoordelijkheid en zo ja, wat houdt die in? En wat betekent dat voor je werk?
- Als je geen formele professionele rol of verantwoordelijkheid voor jezelf ziet: wat betekent dat voor je werk en voor jou persoonlijk?
- Zijn er richtlijnen of processen binnen je organisatie die je moet volgen als je je zorgen maakt? Zo ja, welke?
- Vergroot je kennis over extremisme door bijvoorbeeld boeken en artikelen te lezen, films en documentaires te kijken en podcasts te luisteren. Zoek vooral informatie over:
- Mechanismen van in- en uitsluiting in extremistische groepsvorming.
- De kenmerken van extremistische ideologie, en hoe deze ideologie kinderen kan schaden in het opgroeien en het vinden van veiligheid in zichzelf en een veilige plek in de wereld.
- (Vroegkinderlijk) trauma door sociale, affectieve en emotionele verwaarlozing.
- Institutioneel geweld: verkapt niet-fysiek geweld gebaseerd op onderscheid in bijvoorbeeld etniciteit, gender, geaardheid, leeftijd, afkomst en godsdienst. Professionals en professionele contexten kunnen (onbedoeld) bijdragen aan institutioneel geweld.
Kijk voor tips voor artikelen, video's en series op de website van Platform JEP.
Professionele oordeelsvorming
- Voel, reflecteer en wees eerlijk over wat een dergelijke (gezins)situatie met je doet.
- Maak je zorgen concreet: objectiveer deze door aan te geven wat je ziet (de feiten). (lees ook Tools en trainingen voor professionals)
- Onderbouw je zorgen (de feiten) door dat wat je ziet te combineren met wat je weet over extremisme en de risico’s daarvan, zoals sociale en emotionele isolatie en vroegkinderlijk trauma (uitgestelde schade).
- Maak inzichtelijk wat het kind (en de ouders) kan versterken in het veilig opgroeien (veerkrachtfactoren of beschermende factoren, zie voor meer informatie de publicatie 'Veerkracht bevorderen bij opgroeiende jongeren'). Waar heeft het gezin toegang toe, waar kan het gezin gebruik van maken? Denk aan een betrouwbaar familielid of andere professional, intellectuele en creatieve vermogens, of een positief (andersdenkend) netwerk.
- Misschien kom je tot de ontdekking dat je aannames doet. Dat is normaal, en belangrijk voor het werken met extremisme. In het werken met extremisme moet je immers rekening kunnen houden met de omstandigheden (context) van een kind, en die omstandigheden ken je niet allemaal. Bijvoorbeeld omdat je het kind of de ouders/verzorgers alleen in specifieke situaties treft, of alleen op korte momenten.
- Toets je aanname(s). Kan dat niet rechtstreeks met het kind of de ouders/verzorgers? Doe dat dan met collega’s, bijvoorbeeld in een casusbespreking, inhoudelijk overleg of intervisiebijeenkomst.
- Kom je er met je collega’s niet uit of je zorgen terecht zijn, of er opvolging nodig is en op welke manier? Bespreek je casus dan anoniem met externe deskundigen.
- Gebruik hierbij de Werkwijze informatie delen van Platform JEP.
Wat jij voor een kind (en ouders) kunt doen
- Observeer en ga naast het kind staan. Verplaats je in de positie van het kind, kijk door zijn ogen en ga niet tussen ouders en het kind in staan. Zo creëer je een veilige omgeving voor het kind en de ouder(s)/ verzorger(s), doordat je geen inbreuk maakt op de loyaliteit die kinderen voelen richting hun ouders/ verzorgers.
- Je kunt het kind bevestigen in zijn emoties en waarneming, en die erkennen. Omdat manipulatie of emotionele chantage de gevoelens en waarneming van kinderen ontkent en niet serieus neemt, is het belangrijk dat jij dat niet doet. Je kunt dit doen zonder te zeggen wat je van het gedrag van ouders of de omstandigheden vindt. Dat doe je door vragen te stellen waar het kind of de jongere zelf antwoord op kan geven.
- Gebruik de OEN-methode: wees Open, Eerlijk en Nieuwsgierig. Met de OEN-methode doe je recht aan het kind, de ouder, het gezin en aan jezelf. Het is een buffer tegen manipulatie of emotionele chantage, en het nodigt uit tot een veilige (emotionele, affectieve en sociale) verbinding.
- Wees betrouwbaar voor het kind (en de ouders/verzorgers): doe wat je belooft of leg uit waarom iets niet kan als je terug moet komen op een belofte. Leg ook uit welke stappen je zet en waarom.
- Geef openbare informatie aan het kind, zoals het nummer van de Kindertelefoon of chatmogelijkheden voor jongeren met hulpverlenende instanties.
Jouw juridische kaders
In situaties waarin geen fysiek geweld of fysieke verwaarlozing plaatsvindt, maar er subtiel gedrag is van manipulatie en emotionele chantage en verwaarlozing, kun je als professional weinig houvast ervaren bij wat je kunt of moet doen. Het helpt dan om te weten wat de juridische kaders zijn, en om antwoord te krijgen op deze vragen:
- Wat zijn de (juridische) kaders in het werken met situaties waarin de ontwikkeling van het kind bedreigd wordt door emotionele verwaarlozing (en niet door fysieke en affectieve verwaarlozing)? Zijn hier voorbeelden van waar je van kunt leren?
- Wat zegt de Raad van de Kinderbescherming hier bijvoorbeeld over, of de Kinderombudsman?
- Waar kun je of moet je zo'n situatie melden?
- Wat mag je of moet je in zo'n casus zelf doen?
Ook interessant: Training Omgaan met Extreme idealen
De training 'Omgaan met extreme idealen' (OMEI) draagt vanuit een pedagogisch perspectief bij aan een beter begrip van radicaliseringprocessen bij jongeren. Je leert over de ontwikkeling van extreme idealen in relatie tot identiteitsontwikkeling. Ook oefen je in het voeren van moeilijke gesprekken.