Wat is weerbaarheid? Wat is weerbaar opvoeden? De gemeente Maastricht legde deze vraag bij stadsfilosoof Govert Derix neer. Het was het begin van de zoektocht naar het weerbare midden. Hierbij stonden gesprekken met ouders over dilemma’s in het dagelijks leven centraal.
Govert Derix wil graag op de foto in de Tapijntuin, een nieuw stuk groen in hartje Maastricht, een oase van rust op het terrein van de voormalige Tapijnkazerne. Het is niet voor niets dat hij hier wil afspreken. De tuin is namelijk dé ontmoetingsplek van het weerbare midden, vertelt de filosoof meteen. ‘En die tuin is overal’.
Dat vraagt om meer uitleg.

Om bij het begin te beginnen. Wat is het weerbare midden?
‘Dat antwoord is eigenlijk niet te geven. We moeten het weerbare midden namelijk elke keer weer samen ontdekken. Ik werd ruim twee jaar geleden bij aanvang van de pilot door de gemeente Maastricht gevraagd wat te zeggen over weerbaar opvoeden. Het was de tijd dat de stad ook met uitreizigers naar Syrië te maken had, zaken stonden hier op scherp.’
‘We hadden een inspirerende start met een integrale bijeenkomst. Het thema weerbaar opvoeden met het weerbare midden werd omarmd door de aanwezige partijen. Dit positieve gevoel zakte echter weer snel weg. De eerste maanden stonden vooral in het teken van een moeizame opzet van de verschillende werkgroepen. Gaandeweg is hier een verandering in gekomen. De ouderbijeenkomsten zijn concreet en doelgericht en werken op basis van de wensen van de ouders.’
‘Ter voorbereiding van de ouderbijeenkomsten vroeg ik me af, wat is weerbaar zijn nu precies? Ik kwam tot de conclusie dat wanneer je dat heel strikt gaat definiëren je meteen een norm oplegt en dan sluit je mensen buiten. Het zou juist heel krachtig zijn een ruimte te creëren waar mensen er samen achter komen wat weerbaarheid is. Wanneer ouders en kinderen dit begrip samen invullen.’
'Het zou juist heel krachtig zijn een ruimte te creëren waar mensen er samen achter komen wat weerbaarheid is'
Een abstracte boodschap?
‘Daar werd de gemeente inderdaad heel onrustig van. Huren we een filosoof in, mogen we het onderwerp niet benoemen. Maar dit idee van het weerbare midden zijn we in vervolggesprekken verder gaan invullen. Zo ontstond zich later ook de metafoor van de tuin op. Iemand haalde in deze bijeenkomsten namelijk een uitspraak van de Perzische dichter en filosoof Rumi aan: ‘Daarbuiten, voorbij de ideeën van goed en kwaad, is een tuin, daar ontmoeten we elkaar.’ En dat is het. Dat is de essentie van het weerbare midden.’
‘Voor het weerbare midden gebruiken we de metafoor van een tuin. Die tuin is overal. Er kan ineens iets gebeuren. Je komt in een dilemma terecht. Een moment waarbij je ineens wordt geconfronteerd met de eigen normen en waarden of met mensen die anders in het leven staan. Dat kan schuren en wat doe je dan? Daar gaat het om. We hebben vervolgens een groep moeders met Marokkaanse achtergrond gevraagd een aantal dilemma’s uit het dagelijks leven mee te nemen. Mee te nemen naar de tuin.’

Hoe pakte dat uit in de praktijk?
‘Er zijn op die middagen bijzondere verhalen gedeeld. Eén moeder vertelde bijvoorbeeld dat haar zoontje thuiskwam met de mededeling dat hij een kerstboom wilde. De moeder wist eerst niet hoe te reageren, maar besloot later een klein boompje op zijn kamer te zetten. Een andere vrouw met een hoofddoek deelde hoe zij in een supermarkt door een Limburgs echtpaar ‘een tikkende tijdbom’ werd genoemd. Ze had – heel adrem - op z’n Limburgs geantwoord dat ook zij alleen haar boodschappen aan het doen was. Maar de opmerking had haar wel diep geraakt.’
‘Het waren eigenlijk stuk voor stuk situaties waarbij de verleiding groot is om daar normatief meteen wat van te vinden. Maar door samen deze dilemma’s te bespreken, door de gevoelens uit te pluizen, stil te staan bij de onderliggende waarde, gebeurde er heel veel in de groep. Dat negatieve situaties soms zelfs veranderden in een kans om iets goed te doen. Ik zag dat een paar deelnemers die het in eerste instantie lastig vonden om voor een groep te spreken toch ook mee gingen praten. Mooi om te zien. Filosofisch gezien ook een vorm van emancipatie.’
'Door samen dilemma’s te bespreken, door de gevoelens uit te pluizen, stil te staan bij de onderliggende waarde, gebeurde er heel veel in de groep'
En dat leidt weer tot weerbaarheid?
‘Door deze dilemma’s samen te bespreken en soms theoretisch te verdiepen, groeit de mondigheid en daarmee de weerbaarheid van de ouders. Dat nemen zij ook mee naar huis, naar de gesprekken met hun kinderen. Weerbaar opvoeden begint bij weerbare ouders.

‘Deze methodiek, die we hier in Maastricht hebben ontwikkeld, is bruikbaar om verbindingen te leggen tussen alle inwoners van een stad, ongeacht de achtergrond. We zijn in de huidige tijd niet meer gewend om op deze manier met elkaar te spreken. We zijn veel meer van de risicoregelreflex. Als zich een risico voordoet, dan willen we meteen dat de overheid een oplossing bedenkt. Maar de veiligheid zit ’m juist in die verbinding.’
'Weerbaar opvoeden begint bij weerbare ouders'
Wat is uw advies aan andere gemeenten die het weerbare midden willen versterken?
‘Begin met het gesprek over het weerbare midden. Waar hebben we het over? Het is belangrijk om deze stap niet over te slaan, dan mis je het kader, de filosofische onderbouwing. Die zoektocht naar het weerbare midden zal overal anders zijn.
De tweede stap is de praktische invulling door middel van de dialoogsessies en door aan de slag te gaan met dilemma’s. Laat mensen dilemma’s aandragen en in gesprek gaan. Laat ze samen op zoek gaan naar het weerbare midden.’

De kracht van de Maastrichtse groeidiamanten
Ayse Özdemir, maatschappelijk werkster en directeur van Nova Curae, begeleidde een Turkse moedergroep in Maastricht en zag de vrouwen groeien.
‘In mijn praktijk merkte ik dat er veel behoefte is aan opvoedingsondersteuning onder ouders met een migratieachtergrond. In 2017 zijn we met de pilot Weerbaar opvoeden gestart en hadden we in no-time een groep vrouwen met een Turkse achtergrond bij elkaar. De groeidiamanten. Moeders en oma’s tussen de dertig en zestig jaar. Stuk voor stuk waren ze getrouwd naar Nederland gekomen. Onder hen ook geïsoleerde vrouwen, met weinig contacten buitenshuis. Twee keer per week kwamen de vrouwen bijeen. Deze vrouwen dragen zoveel verhalen met zich mee, over de eigen jeugd, familie, huwelijk, over de migratie. Ik denk dat het voor reguliere opvoedingsondersteuning soms best lastig is om aansluiting te vinden met deze vrouwen uit de eerste generatie. Ik ben zelf ook Turks, opgegroeid in een traditioneel gastarbeidersgezin, ik ben zelf moeder, waardoor het voor mij makkelijker is om het gesprek met ze te voeren.’
‘De gesprekken ging verder dan alleen opvoeding. Wat willen de vrouwen zelf in het leven? Het bleek dat veel vrouwen geen antwoord op deze vraag konden geven. Een aantal moeders gaat nu bijvoorbeeld naar Nederlandse les. Dat is een grote stap voor hen. Ik heb ook rollenspelen ingezet om het gesprek los te maken. Soms heel confronterend en het zette de hele groep aan het denken. Maar met één reeks bijeenkomsten ben je er niet. Je moet blijven investeren in deze vrouwen.’