Voor de pilot Weerbaar opvoeden werd een islam-expert ingeschakeld om een brug te slaan tussen religieuze gemeenschappen en Nederlandse instellingen. ‘Voor veel moslims zijn opvoeding en religie onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat kun je echt niet loskoppelen’, stelt islam-expert Rafik Dahman. Hij begeleidde vaders in Culemborg, Leiden en Delft en vertelt over zijn betrokkenheid.
Rafik Dahman weet hoe groot de afstand tussen vrome moslims en de Nederlandse samenleving kan zijn. Hij weet ook goed hoe lastig het soms voor gemeenten en welzijnsinstellingen is om een bepaalde religieuze groepen te bereiken. Onwetendheid, ongemak en wederzijds wantrouwen spelen daarbij een grote rol.

‘Ik pleit daarom al langer voor een samenwerking tussen moskeeën en overheden in Nederland. Niet om theologie te bedrijven, maar omdat er sprake is van een gemeenschappelijk doel en dat is samenleven. Daar hebben we elkaar bij nodig.’ Dahman is dan ook blij dat hij als theoloog betrokken werd bij de pilot Weerbaar opvoeden ‘Juist met de achterliggende gedachte om een brug te slaan tussen deze religieuze gemeenschappen en Nederlandse instellingen, overheid en nog breder: de samenleving.’
Koudwatervrees
Niet alle bestuurders, beleidsmakers en professionals staan te springen om een islam-expert of imam in de arm te nemen. Dahman: ‘Het Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS) noemt dat heel treffend een religieuze kramp. Er is sprake van koudwatervrees. We moeten de ogen niet sluiten voor de werkelijkheid. Voor veel moskee-vaste moslims is het geloof het belangrijkste onderdeel van hun identiteit. Daar kun je niet aan voorbij gaan.’
Opvoeding en religie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, zegt Dahman. ‘Het gaat over de religieuze waarden en normen die je als ouder wilt doorgeven aan je kinderen.’ Om dit gesprek aan te gaan, is volgens hem de inzet van religieuze schakels cruciaal. ‘Juist als je de diepte in wilt gaan.’
Dat besef begint te groeien, ziet hij. Binnen de pilot Weerbaar opvoeden maakte een aantal gemeenten gebruik van islam-experts. ‘Met hulp van religieuze middelen kun je zorgen voor verbinding en aansluiting, dat bijt op geen enkele manier met de scheiding tussen kerk en staat. De islam als een inspiratiebron die zorgt voor betrokkenheid bij de opvoeding en de school van de kinderen en daarmee de bredere maatschappij.’ Naast de gemeenten Culemborg en Delft schakelde ook Leiden Rafik Dahman in. De gemeente wilde met name de banden met de moskeeën aanhalen. Dahman ging met een vaste groep vaders aan de slag.
‘Het gevaar dat ze zich afkeren en niets met de school van zoon of dochter te maken willen hebben. Zelfuitsluiting noem ik dat’
Assimilatie
Hij zag deze groep vaders worstelen met het opvoeden tussen twee culturen. Hij zag de argwaan, het wantrouwen ten opzichte van instanties en de overheid. ‘De angst voor assimilatie bleek bij een aantal vaders erg groot. Het idee dat Nederlandse instanties erop uit zijn moslims te assimileren, is bijvoorbeeld hardnekkig.’ Dit is belangrijke kennis voor zorg- en welzijnsinstellingen die niet weten waar het wantrouwen vandaan komt.
Ook over het onderwijs ontstonden verhitte discussies. De vaders worstelen bijvoorbeeld met vragen over het kerstdiner of het vieren van verjaardagen. ‘Het feit dat kinderen op jonge leeftijd seksuele voorlichting krijgen en er openlijk over seksuele voorkeur wordt gesproken, schiet bij een grote groep moslims in het verkeerde keelgat. Het gevaar daarvan is dat ze zich afkeren en niets met de school van zoon of dochter te maken willen hebben. Zelfuitsluiting noem ik dat.’
Dat is een gevaarlijk mechanisme, dat hem veel zorgen baart. ‘Meedoen is onze opdracht vanuit de islam. Je moet bovendien vanuit het geloof als vader ook je verantwoordelijkheid nemen in de ontwikkeling van de kinderen en daar speelt de school nu eenmaal een grote rol in. Je kunt je niet zomaar afzijdig houden. Dat is niet in het belang van het kind en daar zul je je later religieus voor moeten verantwoorden.’
Indruk
Onderbouwd met religieuze bronnen, maakt zijn verhaal indruk, stelt hij. ‘De rode draad in mijn aanpak is de harmonieuze vereniging, van het behoud van religie enerzijds en het innemen van een positieve positie in de maatschappij anderzijds. Ik geef ze bij elke bijeenkomst een handvat mee. Hoe toon ik mijn betrokkenheid, zonder mijn religie te verloochenen?’

Een van zijn huiswerkopdrachten was bijvoorbeeld de vraag: ‘Wat zit er in de schooltas van je kind? Verdiep je daar eens in. Ga in gesprek met je zoon of dochter.’ Een andere keer vroeg hij de vaders de karaktereigenschappen en talenten van zoon of dochter op te schrijven. ‘Na een paar bijeenkomsten kwamen een paar vaders met hun lijst. Dat was echt kippenvel. Dan gebeurt er iets.’
Een ander punt waar de theoloog aandacht aan besteedt, is de houding ten opzichte van niet-moslims. ‘Hoe spreek je over ongelovigen thuis? Heb je het over slechte mensen? Over varkens of uitschot?’ Hij wijst de vaders op de grote consequenties van dit soort termen voor de kinderen. ‘Hoe moet zoon of dochter zich in de samenleving opstellen, omringd door slechte mensen? Dan maak je als ouder het innemen van een positieve sociale positie wel heel moeilijk. Je ziet dan soms het kwartje vallen en hebben we het over bewustwording. Daar draait het om.’

‘Ga naar het schoolplein of de taalles, zoek de ouders op’
Van eerlijkheid en respect tot maagdelijkheid en discriminatie. Het kwam allemaal aan bod tijdens achttien groepsgesprekken met ouders in Leiden. Deze gesprekken werden georganiseerd vanuit de Wijkacademies Opvoeden.
‘Op een gelijkwaardige manier in gesprek gaan, zonder opgeheven vingertje’, vat Saskia Moerbeek, directeur van de stichting BMP de aanpak van de Wijkacademies Opvoeden samen. De link met de pilot Weerbaar opvoeden was dan ook snel gemaakt. Moerbeek weet dat gemeenten vaak worstelen om bepaalde groepen te bereiken. ‘Wanneer een inwoner een probleem heeft dan moet hij zich melden bij het wijkteam. Maar daarmee mis je een groot deel van de werkelijkheid. Een groot aantal mensen klopt namelijk niet bij het wijkteam aan en gaat dat ook niet doen.’ Zij moeten op een andere manier worden bereikt. ‘Ga naar het schoolplein, het buurthuis of de taalles. Zoek ze op.’
Tijdens de bijeenkomsten werden allerlei heikele thema’s besproken. Moerbeek herinnert zich een bijzondere bijeenkomst rondom het thema waarheid. ‘Iedere ouder vindt het belangrijk dat kinderen oprecht zijn, maar dat staat wel eens op gespannen voet met respect hebben voor je ouders. Hoe ga je daar mee om?’ De ouders gingen tijdens de bijeenkomsten concreet met de thema’s aan de slag en kregen huiswerk mee naar huis. ‘Een opdracht was bijvoorbeeld: ‘Vraag je kind wat hij of zij van jou als ouder vindt’.
BMP schakelde de hulp in van expert Fatiha Azzarhouni van de Islam Academie van de Universiteit Leiden om het gesprek over religie dieper te voeren. ‘Dat was waardevol, maar je ziet ook dat wanneer er een expert voor de groep staat, mensen op zoek gaan naar antwoorden. Het is volgens Moerbeek daarom niet altijd nodig een islam-expert in de arm te nemen. ‘Dat hangt helemaal van de groep af. Hebben zij daar behoefte aan?’